IMP-The Telescopic Microscope
De geschiedenis van Imp gaat terug tot eind 1996, toen de
band leven werd ingeblazen door gitarist Fred
Koot, bij insiders om niet te doorgronde redenen beter bekend onder de
welluidende naam Lizardking. Kort na
de oprichting kreeg hij ondermeer gezelschap van zangeres Monica Demonica Janssen, die met haar afwisselende cleane en
rauwe stem vrijwel onmiddellijk de aandacht op zich weet te vestigen.
Een Imp is
zoiets als een klein, sarrend duiveltje, dat in dit geval vanuit onverwachte,
muzikale hoeken op kan duiken om allerlei plaagstoten uit te delen in de vorm
van strak metalen riffs, dreigend roffelende drums en diep in het brein
penetrerende vocalen.
Door de jaren heen heeft het geluid
van Imp zich enigszins gewijzigd van
een mengeling van metalcore en punk naar meer thrash georiënteerde klanken met
hier en daar invloeden vanuit de Bay Area en de progressieve sector. Dit
laatste komt vooral tot uiting in de technisch begaafde, soms tegendraadse
tempowisselingen, waarmee de muzikale escapades worden opgeluisterd. Qua
muzikale diversiteit tapt de band misschien nog het meest uit hetzelfde vaatje
als het uit Los Angeles afkomstige Tourniquet,
dat met name met het album Microscopic
View Of A Telescopic Realm in de underground scène furore wist te maken.
Tot op heden bracht Imp enkele demos uit, een volledige cd,
getiteld Stillborn (1999) en de EP Ashes In The Hourglass. En nu is er dan
deze drie tracks tellende The Telescopic
Microscope, die met welhaast chirurgische precisie de oorschelpen streelt.
Bij opener Megalomania is het meteen raak. De strak pompende baslijnen van Gerard Ras en het minstens even strakke
drumwerk van Matthijs Krijnen leggen
een solide basis voor de op lichtsnelheid voorbij razende licks van gitaartandem
Fred Koot en Elbert de Hoog. Het nummer staat bol van de onverwachte wendingen
en doet oude, lang vergeten thrash tijden herleven. Halverwege het nummer laat Monica voor het eerst haar ovenheerlijke
deathgrunt horen, waarna het alles zich naar een zinderende climax spoedt in
een orgastisch inferno van woest hakkende riffs en bijtende screams, die
voorheen enkel bestemd waren om uit het strottenhoofd van de heer Dani Filth geperst te worden.
Voor het tweede nummer Mathematician behoeft men echt geen
rekenwonder te zijn om het op waarde te kunnen schatten. Gestart wordt met een
wat meer mid tempo ritme en haast dwars tegen de muziek ingaande, gedragen
vocalen. Na een minuut of drie keren evenwel de al bijna vertrouwde thrash
klanken terug en wordt zelfs kortstondig geaccelereerd naar voor black metal
zeer acceptabele snelheden, waarbij Monica
eens te meer duidelijk maakt dat de al eerder aangehaalde heer Dani er een
geduchte concurrent bij heeft.
Afsluiter Particles lijkt in eerste instantie een wat vreemde eend in de
bijt. De muziek doet bijna Keltisch aan en roept bij vlagen herinneringen op
aan The Cult ten tijden van het album Love. De zang is theatraal van aard en
verschilt hier zeker in de lagere regionen qua klankkleur niet veel van die van
Antoinette Legel van gothic cultband Malochia. Het zijn vergelijkingen die
evenwel slechts een half nummer lang standhouden, want zodra het tempo
opgeschroefd wordt, blijkt Imp gewoon
weer Imp te zijn. Precies zoals het
hoort.